De Sint-Jacobsvlinder (een spinnerbeer) kwam vroeger vooral in de duinen voor, maar is zich de laatste tientallen jaren sterk aan het uitbreiden. De plant waar de rupsen op zijn gespecialiseerd, jakobskruiskruid, is ook op veel meer plaatsen aanwezig dan vroeger. Het is een giftige plant en de rupsen slaan die gifstoffen op in hun lijf en zijn dus zelf ook giftig. Met hun felle geelzwarte tekening, waaraan ze de naam zebrarups te danken hebben, laten ze dat ook duidelijk weten aan de vogels: “Eet me niet, want ik ben giftig”. De Sint-Jacobsvlinder heeft een kleine rode vlek en een rode streep op de donkere vleugels. De achtervleugel, die je pas ziet als de vlinder gaat vliegen, is ook fel rood.